Alles over de verschillende onderzoeken

Over hartfilm, doppler en longfunctie onderzoek

HARTFILM (ECG)

Het maken van een hartfilmpje is een eenvoudig onderzoek zonder risico’s. Het duurt slechts enkele minuten en doet geen pijn. U krijgt hiervoor 10 elektroden op de huid geplakt. Die elektroden kunnen het elektrische signaal van het hart opvangen. Standaard worden deze elektroden met stickers op de polsen (2), enkels (2) en borst (6) bevestigd. Ze worden met het ECG-apparaat verbonden. Het ECG-apparaat geeft de elektrische activiteit van het hart in een grafiek weer. Tijdens het onderzoek moet u stil blijven liggen om geen verstoringen in het filmpje te krijgen. De uitslag wordt met u besproken tijdens het consult of naderhand met de huisarts.                        Meer informatie over onderzoeken van het hart kunt u vinden op thuisarts.nl

VAATONDERZOEK VAN DE BENEN mbv DOPPLER (EAI)

De huisarts kan (laten) onderzoeken of de bloedvaten in uw benen vernauwd zijn. Dat doet hij door de bloeddruk aan uw armen te vergelijken met de bloeddruk aan uw enkels. Let op: Draag voor dit onderzoek kleding die losjes om uw armen en benen zit.
Vanaf 2 uur voor het onderzoek mag u niet roken.
Het meten van de bloeddruk aan uw enkel lijkt op het meten van de bloeddruk aan uw arm. U krijgt een manchet boven uw enkel. De manchet wordt opgepompt. Terwijl de manchet langzaam weer leegloopt, luistert de huisarts naar de bloedstroom in de slagaders van uw enkel. Een versterker zorgt dat u de bloedstroom kunt horen. We noemen zo'n versterker een Doppler-apparaat. De verhouding tussen enkelbloeddruk en armbloeddruk noemen we de enkel-armindex. De bloeddruk in uw arm is meestal iets hoger (10-20 procent) dan de bloeddruk bij uw enkel. Bij een bloedvatvernauwing in het been is het verschil groter: de bloeddruk in uw enkel is duidelijk lager dan in uw arm. Meer informatie over etalagebenen kunt u vinden op thuisarts.nl.

LONGFUNCTIETEST

Krijgt u voor de eerste keer een longfunctietest? Dan is het belangrijk dat u van tevoren geen medicijnen gebruikt die de luchtwegen verwijden: Een kortwerkende luchtwegverwijder, zoals salbutamol, mag u niet gebruiken in de 4 uur voor het onderzoek. Met een langwerkende luchtwegverwijder moet u zo mogelijk 12 tot 48 uur voor het onderzoek stoppen. Wanneer u moet stoppen, is afhankelijk van het soort medicijn dat u gebruikt. 
Als u toch een luchtwegverwijder heeft gebruikt, is het belangrijk dat u dit vertelt voor het onderzoek begint. Wanneer uw longfunctie eenmaal goed is getest, is het bij een volgende longfunctietest meestal niet meer nodig om van tevoren met de medicijnen te stoppen.                                                                 Hoe gaat de test? 
De praktijkondersteuner van uw huisarts of de longassistente zegt precies wat u moet doen. U krijgt een klem op uw neus.
U gaat rechtop zitten en sluit uw tanden en lippen om het mondstuk van het apparaat. U kunt hier gewoon door ademen.
De assistent vraagt u om diep in te ademen en dan zo hard en zo veel mogelijk uit te blazen.
Deze metingen worden minstens 3 keer gedaan om een betrouwbaar resultaat te krijgen.
Als u de test de eerste keer doet, moet u daarna een luchtwegverwijder inademen. 
Zodra dit medicijn is ingewerkt, doet u het inademen en uitblazen weer en worden er weer metingen gedaan.
Het totale onderzoek duurt 30 tot 45 minuten. Meer informatie over astma of COPD kunt u vinden op thuisarts.nl